Promotie Peter Janssen: 'Posttraumatische stressstoornis (PTSS) en sociaal functioneren'
De rol van sociale cognitie en emotieregulatie bij getraumatiseerde individuen
Op 22 november verdedigt GZ-psycholoog Peter Janssen zijn onderzoek naar het sociaal functioneren en de behandeling daarvan bij mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Uit het onderzoek bleek dat sociale cognitie en emotieregulatie een belangrijke klinische rol spelen bij sociaal gerelateerde problemen bij PTSS. Het is daarom essentieel om aandacht te hebben voor het sociaal functioneren in de diagnostiek en behandeling van mensen met PTSS.
Trauma’s, zoals geweld of misbruik, kunnen leiden tot een posttraumatische stressstoornis (PTSS). PTSS gaat samen met herbelevingen, vermijding, negatieve stemming en verhoogde prikkelbaarheid. PTSS kan het sociaal functioneren verstoren doordat het processen zoals sociale cognitie (begrip van sociale situaties) en emotieregulatie (passend emotioneel reageren) ondermijnt.
Het onderzoek van Peter laat zien dat getraumatiseerde individuen een tekort aan sociale cognitie vertonen. Er is vooral een tekort in mentaliseren, ofwel het begrijpen van eigen en andermans gedachten en emoties. Getraumatiseerde individuen hadden een verminderd vermogen om flexibel afstand te nemen van hun eigen perspectief, essentieel voor goed mentaliseren. Daarnaast speelde een beperking in de emotieregulatie een belangrijke rol bij PTSS en daaraan gerelateerd verminderd gezinsfunctioneren. Er werd geen direct behandeleffect op sociale cognitie en emotieregulatie gevonden, mogelijk omdat veranderingen hierin tijd vergen.
In 2017 begon Peter zijn onderzoek bij het Psychotraumacentrum Zuid-Nederland van Reinier van Arkel en het Behavioural Science Institute van de Radboud Universiteit. Hij deed dit onder begeleiding van Prof. dr. mr. Elisa van Ee (tevens werkzaam bij het Psychotraumacentrum), Prof. dr. Toon Cillessen en Dr. Sabine Stoltz.
Voor praktische informatie: zie agenda Radboud Universiteit